Echtscheiding en goederen van voor het huwelijk

scheiding

CD van jou CD van mij, CD van ons allebei

In de hit uit 2000 zingen Acda en De Munnik ‘CD van jou CD van mij CD van ons allebei, maar gekregen van mijn moeder, van mijn moeder dus van mij’. Maar hoe zit het nou eigenlijk met de goederen die u reeds voor uw huwelijk hebt gekregen? Blijven deze goederen na de echtscheiding in uw bezit of dient u deze (eveneens) te delen met uw (ex-)partner? In deze blog gaat mr. J.E. (Justin) Kötter in op deze vragen. 

Gemeenschap van goederen

Om tijdens een echtscheidingsprocedure tot een juiste verdeling te komen van de goederen, is het allereerst van belang om vast te stellen hoe u destijds bent getrouwd. Is er sprake van een gemeenschap van goederen of zijn er bij het sluiten van het huwelijk voorwaarden overeengekomen?
De discussie of de goederen (en eventueel de schulden) na de echtscheiding enkel behoren tot één van de echtgenoten speelt met name op het moment dat er sprake is van een gemeenschap van goederen.

Verdeling van goederen

Om vervolgens tot een verdeling van die gemeenschap van goederen te komen, is het van belang om te kijken naar de Wet beperking wettelijke gemeenschap van goederen. Deze wet is op 28 maart 2017 met een zeer krappe meerderheid aangenomen door de Eerste Kamer. De wet trad op 1 januari 2018 in werking en is van toepassing op alle huwelijken die vanaf deze datum werden gesloten.

Voor 1 januari 2018 was het – kort gezegd – zo dat op het moment van huwelijksvoltrekking alle bezittingen en schulden gemeenschappelijk werden. In het nieuwe wettelijke basisstelsel, dat dus geldt vanaf 1 januari 2018, is sprake van een zogeheten beperkte gemeenschap van goederen.
Dit houdt in dat de goederen die voor het huwelijk het eigendom zijn van één van de echtgenoten niet meer in de gemeenschap van goederen vallen. Deze goederen blijven dus eigendom van de betreffende echtgenoot.

CD’s van voor het huwelijk

Hoe zit het dan met de CD’s die partner A van zijn moeder heeft gekregen voor het huwelijk?
Waren de CD’s reeds voor het huwelijk geschonken door moeder aan zoon, namelijk partner A, dan blijven deze CD’s dus na het huwelijk ook van partner A.

Dit is anders op het moment dat moeder de CD’s voor het huwelijk had geschonken aan partner A en aan partner B. Op dat moment gaat het om goederen die reeds voor aanvang van de gemeenschap aan de echtgenoten gezamenlijk toebehoorden. Deze vallen wel in de gemeenschap van goederen.

Wie heeft de goederen voor het huwelijk verkregen?

Vervolgens kan tussen de echtgenoten discussie ontstaan over de vraag wie de goederen heeft gekregen voor het huwelijk en aan wie de goederen dan toebehoren na het huwelijk.

Dan maar weer eens terug aan de CD’s. Heeft moeder de CD’s op de laatste verjaardag voor het huwelijk (enkel) geschonken aan partner A of waren deze ook een cadeau voor partner B?

Op deze vraag geeft artikel 1:94 lid 8 van het Burgerlijk Wetboek ons het antwoord.

Bestaat tussen de echtgenoten een geschil over aan wie van hen beiden bepaalde goederen toebehoren en kan geen van beiden zijn recht op dit goed bewijzen, dan worden deze goederen als gemeenschapsgoederen aangemerkt.

Bewijs leveren

Dit maakt dat echtgenoot A, die stelt dat enkel hij de CD’s voor het huwelijk van zijn moeder had gekregen, het bewijs dient te leveren dat dit ook daadwerkelijk het geval is.

Voorbeeld uit de rechtspraak

In dit kader is een uitspraak die in 2017 speelde bij het Gerechtshof Den Haag noemenswaardig.[1]
In deze zaak had de man gesteld dat de door de moeder gedane schenking van € 5.000,- buiten de gemeenschap viel. De vrouw betwistte dit. Het hof overweegt dat aan een girale overboeking die te beschouwen is als een schenking van hand tot hand, een uitsluitingsclausule kan worden verbonden, waaraan in dat geval geen (vorm)vereisten worden gesteld. Naar het oordeel van het hof heeft de man voldoende aangetoond dat aan de schenking een uitsluitingsclausule is verbonden. Dit doordat hij de de verklaring van zijn moeder heeft overgelegd, waarin zij schrijft dat zij voorafgaand aan de overboeking aan de man heeft medegedeeld dat het geld voor hem in privé zou zijn en niet voor de man en de vrouw gezamenlijk.

uitspraak van het gerechtshof ECLI:NL:GHDHA:2017:2162

In de hiervoor besproken zaak van het Gerechtshof Den Haag is het mijns inziens van belang dat moeder verklaarde dat zij duidelijk had voor het huwelijk had aangegeven dat het bedrag bedoeld was voor haar zoon. Deze uitlating vanaf de zijde van de moeder was dus (zeer) concreet. De conclusie van het hof zal waarschijnlijk anders zijn geweest op het moment dat moeder in haar verklaring had opgenomen dat het altijd haar intentie was om het bedrag (enkel) aan haar zoon te schenken, maar dit niet uitdrukkelijk had aangegeven. Hieruit blijkt dat het in dit soort gevallen op de details aankomt.

We gaan hoe dan ook vandaag nog uit elkaar?

Een echtscheiding is zeer zeker niet altijd een vechtscheiding, maar toch lopen de emoties vaak hoog op. Het komt dan ook regelmatig voor dat partijen een punt willen zetten achter het verhaal en daarom snel wensen te scheiden. Achteraf bezien wordt dan dikwijls vastgesteld dat partijen, ook met betrekking tot de verdeling van de gemeenschap van goederen, overhaaste, ondoordachte en met name verkeerde beslissingen hebben genomen.

Dit maakt dat wij u aanraden om u te laten adviseren. Voor dit advies kunt u zich wenden tot ons kantoor. 

[1] Gerechtshof Den Haag d.d. 19 juli 2017, ECLI:NL:GHDHA:2017:2162

Lees ook