Man in spouwmuur – the sequel

Vorige week moest de vriendin voorkomen bij de politierechter in Rotterdam omdat ze haar vriend Guus had geholpen zich te onttrekken aan de politie – de man die uren ondersteboven klem had gehangen in de spouwmuur in haar badkamer.

Het verhaal van het vriendinnetje was dat ze niet anders kon dan hem verborgen te houden in haar huis, omdat haar vriend door haar toedoen zich had ontrokken aan zijn behandeling. Ze had hem helemaal in Friesland bezocht met het openbaar vervoer en durfde niet meer alleen terug. Haar vriend besloot haar daarom te vergezellen naar huis. Guus ging vervolgens niet meer terug naar de kliniek, maar verstopte zich in haar huis.

Iemand helpen uit handen van de politie te blijven is strafbaar. Dit heet begunstiging.

Mijn verweer dat het hier ging om een executie van een straf en niet om opsporing van een verdachte ter vervolging, werd van tafel geveegd. Mijn verweer dat het meisje niet wist dat haar vriendje in de kliniek zat in het kader van een strafrechtelijke veroordeling, sneed meer hout. Echter, dit verweer liep toch spaak omdat de politie meerdere keren bij haar aan de deur was geweest met de boodschap dat zij Guus zochten. Zij had hem toen niet verlinkt. Sterker; zij had hem zelfs geholpen door de spiegel voor het gat in de muur te hangen, terwijl zij toen dus al wist dat de politie hem zocht. 

Kort daarna werd zij meegenomen door de politie, kon de politie de man niet vinden want door de spiegel voor het gat was zijn verstopplaats niet zichtbaar, waardoor de man urenlang ondersteboven klem had gehangen, in die zeer benarde situatie.

Toen zij weer was vrijgelaten, kreeg zij hem zelfstandig niet uit het gat. Daar was ze te klein en niet sterk genoeg voor.

De politie vermoedde echter nog steeds dat de man bij haar in huis was, en stond prompt weer voor de deur, op zoek naar de man, precies op het moment dat zij hem uit het gat probeerde te krijgen, wat niet lukte. Toen de bel ging, ging cliënte de deur open doen, zonder de spiegel weer voor het gat te hangen. Pas toen werd de man gevonden. Zijn voeten staken uit het gat.  

De politierechter nam het mijn cliënte ondanks het hilarische tafereel kwalijk dat zij de politie bleef voorliegen en niet heeft gezegd waar hij was. Het was haar toen immers wel duidelijk dat de man in elk geval door de politie werd gezocht en zij had dat moeten melden.

Doordat mijn cliënte (en haar vriendje) genoeg ellende had(den) gehad van de hele situatie, zij flinke schade had gehad in haar badkamer, ging de politierechter wel mee in mijn verzoek haar geen straf op te leggen. Er volgde een schuldigverklaring zonder het opleggen van een straf. Een zgn. artikel 9a Sr. Een resultaat waar cliënte tevreden mee is.

Alkmaar, 22 februari 2017
Nancy Dekens

Lees ook