Gedwongen ontgrendeling smartphone: beveilig uw telefoon met toegangscode in plaats van Touch ID!

Wees u bewust van de risico’s bij aanhouding!

De Rechtbank Noord-Holland heeft in een recente uitspraak bepaald dat het opsporingsambtenaren was toegestaan de duim van een verdachte (die weigerde mee te werken) ter ontgrendeling op diens iPhone te plaatsen.[1]In de praktijk kan dit grote gevolgen gaan hebben, waardoor u zich er (nog meer) van bewust dient te zijn dat de informatie die op uw telefoon staat, mogelijk een rol kan gaan spelen in een strafzaak. 

In de zaak die speelde bij de Rechtbank Noord-Holland weigerde de verdachte zijn toegangscode van de iPhone aan de politie te verstrekken. De officier van justitie heeft naar aanleiding van deze weigering, op grond van artikel 61a WvSv, de politieagenten opdracht gegeven de verdachte in de boeien te slaan en zijn duim op de zogenaamde Touch ID te leggen. Hierdoor werd de iPhone ontgrendeld en kon informatie die op de telefoon stond worden vergaard. Deze informatie bleek relevant voor het onderzoek naar de strafbare feiten waarvan werd vermoed dat verdachte deze had gepleegd. 

Mag justitie uw telefoon kraken?

Artikel 61a WvSv geeft de officier van justitie de mogelijkheid maatregelen toe te passen in het kader van de waarheidsvinding ter zaken van een feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten. Dit zijn – kort gezegd – misdrijven waarop een gevangenisstraf van 4 jaar of meer staat. 

In het zogenaamde Smartphone-arrest heeft de Hoge Raad overwogen dat ten behoeve van de waarheidsvinding onderzoek mag worden gedaan aan in beslag genomen voorwerpen, met het doel gegevens voor het strafrechtelijk onderzoek ter beschikking te krijgen. De gegevens die in een smartphone zijn opgeslagen of beschikbaar zijn op deze smartphone zijn daarvan niet uitgezonderd.[2]

Om toegang te krijgen tot de smartphone zouden opsporingsambtenaren de beveiliging van de smartphone bijvoorbeeld kunnen kraken, zonder dat de verdachte hieraan meewerkt. De afgelopen jaren is het steeds moeilijker geworden om smartphones, met name iPhones, te kraken. Fabrikant Apple steekt het niet onder stoelen of banken dat het bedrijf het voor de overheid en criminelen zo moeilijk mogelijk maakt zijn producten te kraken. 

Daarom gaat justitie op zoek naar andere mogelijkheden om toegang te kunnen krijgen tot de telefoon van een verdachte. 

In strijd met het nemo tenetur-beginsel

Een van die mogelijkheden is, zoals hiervoor beschreven, het met dwang ontgrendelen van de telefoon middels een Touch ID. 

Dit staat op gespannen voet met het nemo tenetur-beginsel, wat inhoudt dat niemand gedwongen kan worden aan zijn eigen veroordeling mee te werken. 

De Rechtbank Noord-Holland oordeelde dat er geen inbreuk op het nemo tenetur-beginsel was gemaakt door het plaatsen van de duim van verdachte op zijn iPhone. Het zou hier gaan om een onderzoeksmaatregel die geen actieve medewerking van de verdachte vereist en er zou slechts in zeer geringe mate sprake van dwang zijn geweest. 

In dat kader is van belang het door de Hoge Raad en het EHRM gemaakte onderscheid tussen wilsafhankelijk en wilsonafhankelijk materiaal. Bij wilsonafhankelijk materiaal kan gedacht worden aan bloed, DNA en documenten. Van wilsafhankelijk materiaal is sprake indien het materiaal niet los van de wil van de verdachte kan worden verkregen; te denken valt dan aan het afleggen van een verklaring binnen een strafrechtelijke procedure. Iemand mag immers niet gedwongen worden tot het afleggen van een verklaring. Gedwongen wilsafhankelijk materiaal kan, gelet op het nemo tenetur-beginsel, leiden tot het ontoelaatbaar achten van het bewijs. 

In de literatuur bestaat er verdeeldheid over de vraag of de hiervoor beschreven wijze van handelen strijd oplevert met het nemo tenetur-beginsel. Bood, die senior onderzoeker is bij het Wetenschappelijk Bureau van het Openbaar Ministerie, meent dat deze gedwongen wijze van ontgrendelen wel in strijd komt met het nemo tenetur-beginsel. Hij ziet de telefoon die van de verdachte afkomstig is, op basis van de Nederlandse jurisprudentie, nog steeds als wilsafhankelijk en daarmee onbruikbaar na een gedwongen ontgrendeling.[3]

Hoogleraar straf- en strafprocesrecht Stevens kan zich hier niet in vinden.[4]Volgens haar hebben de mate en de aard van de medewerking van de verdachte eveneens invloed op het kunnen bestempelen van informatie als wilsafhankelijk. Zij zegt hierover:

“Brij op een smartphone is na ontgrendeling nog steeds brij waar de opsporingsautoriteiten chocola van zullen moeten maken. Zij zullen moeten zoeken, ordenen en interpreteren. Met het leggen van zijn vinger op een scherm verschaft de verdachte weliswaar toegang tot een enorme hoeveelheid (mogelijk wilsafhankelijke) informatie, maar hij erkent, ordent of interpreteert helemaal niets.”

Volgens Stevens ligt het een stuk genuanceerder dan Bood in zijn visie uiteenzet. Uit de Europese rechtspraak volgt niet dat het gebruik van opgeslagen wilsafhankelijk materiaal dat is verkregen door afgedwongen maar beperkte medewerking van de verdachte, per se in strijd is met het nemo tenetur-beginsel.

Conclusie: wees voorzichtig met het gebruik van Touch ID

Hoe het ook zij, de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland laat in mijn visie geen misverstand bestaan over de wijze waarop men de telefoon zou moeten vergrendelen: een toegangscode in plaats van Touch ID. 

Mocht u in de toekomst worden aangehouden, dan weet u in ieder geval dat het voor justitie niet lonend zal zijn om uw vingerafdruk te gebruiken teneinde toegang te verkrijgen tot uw smartphone. 

De enige opties die dan nog denkbaar zouden zijn, is het kraken van de telefoon (wat steeds moeilijker wordt gemaakt door fabrikanten) of een benoeming van de toegangscode door u als verdachte. Dit laatste zou dan wel uit vrije wil moeten gebeuren, want justitie kan immers niet in uw hoofd kruipen. 

Bent u uitgenodigd voor een verhoor bij de politie of bent u op andere wijze met justitie in aanraking gekomen, neem dan contact op met ons kantoor op het nummer 020-5237667 om de mogelijkheden te bekijken.

Jordi l’Homme
Juridisch medewerker bij Dekens Pijnenburg Strafrechtadvocaten


[1]ECLI:NL:RBNHO:2019:1568.
[2]ECLI:NL:HR:2017:584.
[3]A. Bood, “Geef ze een vinger…”. NJB2018/1880.
[4]L. Stevens, “Gedwongen biometrische toegangsverschaffing is niet in strijd met nemo tenetur”. NJB 2019, 315.